De Arbowet (Arbeidsomstandighedenwet) verplicht werkgevers ervoor te zorgen dat werk geen gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid van werknemers, ook wat betreft zitten en werkhoudingen. Hoewel de wet zelf géén concrete eisen stelt aan hoe iemand moet zitten, staat in het Arbobesluit dat werkgevers verplicht zijn fysieke belasting zoveel mogelijk te voorkomen dus ook de risico’s van langdurig of verkeerd zitten moeten worden beperkt

Dit betekent conreet:

• Werkgevers moeten zorgen voor een gezonde werkplek, waar werknemers hun werk gezond en veilig kunnen uitvoeren
• Werkhoudingen en fysieke belasting zijn verplichte onderdelen van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Te lang of op ongezonde wijze zitten wordt gezien als risico en moet worden meegenomen in het arbobeleid
• De werkplek moet volgens “ergonomische beginselen” worden ingericht: bureaustoel, bureau en beeldscherm moeten aanpasbaar zijn zodat medewerkers in een gezonde houding kunnen werken
• Werkgevers moeten werknemers zo nodig voorlichten, instrueren en hulpmiddelen aanbieden om fysieke belasting, zoals langdurig zitten, te beperken
  
  

Daarnaast adviseert de arbowetgevingspraktijk:

• Afwisseling van zitten, staan en bewegen tijdens de werkdag.
• Regelmatig korte pauzes nemen en werkhouding veranderen (vooral bij beeldschermwerk, bijvoorbeeld elke 30 minuten 2 minuten bewegen)./li>
• Bureaus en stoelen moeten instelbaar zijn op lichaamsafmetingen, met voldoende ruimte onder en rond de werkplek./li>
• Sectorspecifieke uitwerkingen zijn te vinden in de arbocatalogi

Samengevat: de Arbowet verplicht geen specifieke zithouding, maar schrijft wél voor dat werkgevers (samen met de werknemer) fysieke belasting moeten voorkomen en gezonde werkhoudingen en werkplekinrichting moeten bevorderen.

Bronnen:
Arboportaal
Beleidsregel arbocatlogi 2019
Gezondheidsraad